zaterdag 4 juli 2009

Rouw

Dit mag later op mijn grafsteen. De dode, van Vicente Aleixandre.

Onder de aarde donkert
de dag. Zeldzame vogel,
vogel daarboven in de bood, die zingt voor een dode.
Onder de aarde slaap ik
als een van de wortels van die boom die ik, eenzaam, in mij
voeding geef.
Je drukt niet, machtige en verschrikkelijke boom die in de luchten
torent,
die uit mijn borst ontgroeit met een dringend groen
om naar buiten te treden en je te ontvouwen in lachende takken
waar een vogel in zingt, blijvend op mijn borst.

Prachtig, helder leven van een boom die steunt
op de aarde zelf die een mens eens is geweest.
Gaaf lichaam dat nóg leeft, niet slaapt, nooit slaapt.
Vandaag waakt het als een schitterende boom die een zon brandend
doorschijnt.

Ik ben geen herinnering, vrienden, noch vergeten. Blij stijg ik,
licht, ruisend, door een stam naar het leven omhoog.
Vrienden, vergeet mij. Mijn bladerkruin zingt altijd,
licht, in de ruimte, onder een voortdurende hemel.


(Als newagesentimentalisme zich omzet naar Literatuur moet er wel een zotte schrijver achter gezeten hebben.)

Dat combineren met mijn ultieme rouwlied



en jullie gaan allemaal wenen, bitches.