woensdag 3 juni 2009

Schrijft er eentje op mijn lijf zonder begin en zonder slot

Nu we toch bezig zijn, en een beetje emo, een liedje waar ik de afgelopen dagen uitvoerig naar heb geluisterd:



Ongekunstelde tekst, zit mooi in elkaar. Opmerkelijk trouwens dat het typisch Brabants aandoet, terwijl Hannelore Bedert uit West-Vlaanderen komt.

Toen ik het argeloos meezong zei de kleine zus plots: 'Zo zielig!' Doet uw ogen toe, ik ben zoveel schoner als ge 't licht uitdoe, inderdaad, niet bepaald een zin die blaakt van zelfvertrouwen. En toch wil ik mijn zelfrespect te allen tijde ruilen voor Hannelores muzikaal talent.

cafépsychologie

Nu vraag ik me af of het niet gevaarlijk is een betekenis toe te kennen aan iets dan in wezen leeg is, maar we schijnen het niet te kunnen laten. We bedekken de gaten met onze woorden, proberen verklaringen te vinden voor de leegte tot we vergeten dat die bestaat.

Siri Hustvedt - De Blinddoek

Om de één of andere reden blijf ik dit fragment herlezen. Woord voor woord, nu al een keer of vijf, en ik begrijp het nog niet helemaal. Ik ben er zeker van dat er ergens iets zinnigs in schuilt, iets van wijsheid, maar de woorden zijn zelf een beetje leeg. Misschien zoek ik een uitleg voor het licht onbehagen dat erdoor wordt opgeroepen. Het komt wel vaker voor dat ik iets lees waar ik even aan blijf snuffelen vanuit een vermoeden van diepere betekenis. Sterker, boeken ontvangen zelden mijn two thumbs up als dergelijke passages er níet in voorkomen. Soms doet een flard genialiteit me duizelen en klap ik het boek toe om het moment even te koesteren. Op andere momenten blijf ik erop knagen, eraan twijfelend of a. ik te dom ben om te begrijpen wat er nu precies gezegd wordt of b. de schrijver zelf niet goed wist wat hij (zij) deed. We hebben allemaal wel eens een 'this is deep, man'-moment. De minder verbaal begaafden doen onder ons doen er echter beter aan om ons begrip van het universum woordeloos te houden. Niets zo ontluisterend als het herlezen van naakte woorden op ongenadig papier. (Zo ben ik er zeker van dat ik al het voorgaande binnen drie maanden niet alleen hopeloos zinloos, maar ook stuntelig verwoord zal vinden.) (Is een korte houdbaarheidsdatum van eigen hersenspinsels een teken van voortdurende evolutie of eerder een combinatie van beperkt intellectueel talent en bescheiden pretentie?)

Maar terug naar het fragment. Het is zodanig meta dat ik er haast postmodernistisch van word. Door de zinnen te interpreteren en een eigen betekenis te geven, doen we precies wat beschreven wordt, en we hebben daar zelfs geen keuze in, want niet begrijpen is niet lezen en wie niet leest wanneer hij leest kan beter investeren in een DVD-collectie. Ofzo. Life imitates art, haha, Siri, gekkerd, ik begin er spontaan vierregelige zinnen van te typen.

Maar is dat citaat niet generisch? (Moeten teksten eigenlijk generisch zijn vooraleer ze verteerbaar zijn voor andere mensen?) Hoe meer vragen, hoe verder ik afvloei van waar ik eigenlijk over wou schrijven, en dat is onze neiging tot menselijke analyse. Wat Siri daar schreef, beeld ik me in, kan alleen uit de pen van een vrouw komen. Niet dat mannen nooit nadenken over de bochten in de geesten van hun medemens, maar vrouwen hebben op dat vlak onmiskenbaar een streepje voor. Wie ooit naar Sex and the City gekeken heeft, zal kunnen beamen dat Carrie & Co. letterlijk álle gebaren en handelingen van hun tegenspelers bespreken. Fictief, evidemment, maar toch zo uit het leven gegrepen. Zet vier vrouwen samen en de mogelijkheid tot interpretatie van andermans wezen is schier* eindeloos. Aan de hand van een paar gebeurtenissen en uitspraken trekken we conclusies over hele persoonlijkheden. E. weent op fora over hoe haar leven suckt maar doet alsof er niets aan de hand is irl. Labiel! S. wordt opvallend uitbundiger wanneer er mannen in de buurt zijn. Aandachtshoer! L. raakt in vervoering van klassieke concerti maar heeft hoegenaamd geen gevoel voor muziek en praat zijn mama na. Arty-farty!

Nu, dat is allemaal nog maar kinderspel en allemaal goed en wel - er is nooit iemand gestorven van stereotypering. (Ok, dat is niet waar, een paar miljoen joden vervloeken me nu vast vanuit hun hiernamaals.) Het interpreteren en inleven scheert pas echt hoge toppen wanneer het over het begrijpen van kleine dingen gaat. Neem twee gegevens, pakweg het voorzichtig strelen van een hand en de dag nadien het zorgvuldig negeren van het gebeurde, en reken de uitkomsten uit. Waartoe leidt het wanhopig linken van die kleine momenten aan karakteristieken, gevoelens, historiek om uit dat alles een verklaring of motivatie te puren? Zelfs al komen we tot een plausibel verhaal, draaien we ons daar geen rad mee voor de ogen? Ik denk dat mensen vaker niet dan wel nadenken bij wat ze doen. In wezen leeg. Obsessieve analyse is allicht beter voor onze gemoedsrust dan een simpel 'Waarom?' 'Daarom.' .

Ach.




*Schier is typisch zo'n woord dat vaak gebruikt wordt op teksten te versieren, maar waarvan niemand eigenlijk weet wat het precies betekent. Heerlijk! 'Schier eindeloos' klinkt natuurlijk net iets erudieter dan 'bijna eindeloos'.